Bedelingen

De bedelingen door Ab Klein Haneveld

God heeft in verschillende tijden (bedelingen) verschilend gehandeld, en andere regels gesteld.

Om nu inzicht te krijgen in die tijden hebben we alles in twee schema’s geplaatst, met vervolgens een beschrijving.

"De schepping van de wereld"

Wanneer we de gebeurtenissen in Genesis samenvatten dan ontstaat de volgende structuur:

  • De schepping van de wereld.
  • De zondeval van de wereld.
  • De reeks van zeven scheppingsdagen.

Deze structuur is van typologisch belang omdat deze overeenkomt met de 8 gevonden perioden in de bijbel.
In elke periode gaf God “huisregels” aan de “rentmeesters” die Hij aanstelde.
Zoön periode wordt een “bedeling” genoemd.

De volgende reeks is afkomstig uit Genesis 1.

a - De periode tot de zondeval van de wereld.

De schepping werd geschapen. Gen.1:1 satan verhief zich tegen God.
(zie  “Nederwerping der wereld“)

1e Dag : Scheiding tussen licht en duisternis.
Er was duisternis (de leugen was sterker dan de waarheid) Gen.1:2. Daarom maakte God licht en de scheiding tussen licht en duisternis.
2e Dag : Scheiding tussen water en water.

Het water is een beeld van de volkeren. Ps.2:1, Ps.65:8, Jes.17:12, Ezech.26:3,
De scheiding tussen de wateren is een type van de scheiding tussen de volkeren.

3e Dag : Het droge land uit het water.

Het te voorschijn komen van het droge land uit de zee is een type van de roeping van Abraham uit de volkeren. Het vrucht dragen van het land is een type van het zaad van Abraham (de zeeën = de volkeren moesten plaats maken).

4e Dag : Het maken van de lichtdragers : Zon,Maan & sterren.

Het licht wordt door Johannes vergeleken met God zelf: Zijn Woord, de Wet.
Israël het volk van God (dragers van het Woord Rom.3:2.) wordt in de bijbel vaak aangeduid met de “zon,maan en 12 sterren” Gen.37:9, Opb.12, Jes. 60:3.

5e Dag : Het scheppen van walvissen & vogels.

Het scheppen van dieren in de lucht en in het water is een type van de roeping van de Gemeente uit de volkeren.

6e Dag : het scheppen van zoogdieren en èèn mens.

De dieren zijn een beeld van de mens en èèn mens is het type van de Zoon des Mensen.
Deze Zoon des Mensen zal heerschappij hebben over de mens.

7e Dag : De rust over het gedane werk.

Op de 7e dag wordt er gerust en is het “werk” gedaan.
De schepping is terug bij God.

"De schepping van de mens"

De gevonden structuur in Genesis 1 blijkt overeen te komen met het plan van God aangaande de geschiedenis en de toekomst van de mensheid:

  • De schepping van de mens (Adam).
  • De zondeval van de mens.
  • De reeks van zeven bedelingen.

Een bedeling is een periode ( van tijd ) waarin het schepsel als individu of als volk beproefd wordt in betrekking tot zijn gehoorzaamheid aan zijn Schepper.
In elke bedeling wordt de situatie t.o.v God gewijzigd en gaf God andere regels aan de “rentmeester”.

Volgens dit principe is de Heilsgeschiedenis te verdelen in de volgende periodes:

A - Vanaf de schepping tot de zondeval van Adam.

In de Hof wandelde Adam met God, er was gemeenschap tussen God en de mens.

1e - Vanaf de zondeval tot de zondvloed. ( HET GEWETEN )

De zondeval van Adam. Adam werd uit de hof gezet en God stelde een (andere) “huishouding” op. Gen.3:15-19.

2e - Vanaf de zondvloed tot het verbond met Abraham. ( HET MENSELIJK BESTUUR )

Na de zondvloed van Noach wordt de mensheid in volkeren verdeeld (70 volkeren met ieder hun eigen land Gen.10:5,20,31).
Omdat God niet wil dat de mensheid zich vereenigde gaf Hij ieder volk zijn eigen taal Gen.11:6-8.
Door deze spraakverwaring werd de mensheid verstrooid over de aarde.

3e - Vanaf het verbond met Abraham tot de uittocht uit Egypte. ( DE BELOFTE )

Bij het vertrek van Abraham uit zijn land treedt God met hem in een verbond.
God belooft hem het eeuwige leven.
Abraham zou erfgenaam der wereld zijn (d.w.z. de wereld erven = de wereld overleven) Rom.4:13. en God beloofde hem de nieuwe schepping Hebr.11:8-10.

4e - Vanaf de uittocht uit Egypte tot de opstanding van Christus. ( DE WET )

Bij de uittocht uit Egypte van volk Israel maakt God een verbond (de wet) met het volk. God trouwt met het volk Israel Jerm 2:2, 3:14, Jerm 31:31-32.
Het dienen van een andere god was voor het volk gelijk aan overspel aan de Man. Ex.34:14-16, Hos.1:2.
Zij gaven aan de Man hun “JA” woord. Ex.19:8, 24:3-7, Deut.5:27.

5e - Vanaf de opstanding van Christus tot de opname van de Gemeente. ( DE GENADE )

Door de dood & opstanding van Christus werd de Wet vervangen door de genade. Het OUDE VERBOND werd vanwege zijn tekortkomingen Hebr.7:18. vervangen door het NIEUWE VERBOND.
Dit was al aangekondigd. Jer.31:32. Zijn Koninkrijk wordt gevestigd in de hemel maar het is verborgen voor de wereld.
Tijdens deze bedeling wordt er een volk geroepen uit de heidenen voor Zijn Naam. Hand.15:14-16.

6e - Vanaf de opname van de Gemeente tot het binden van satan. ( DE VOLHEID DER TIJDEN )

Na de opname van de Gemeente begint God het gericht over de volkeren der aarde, te beginnen met het volk Israel.
In deze periode wordt er een begin gemaakt met de vestiging van het Koninkrijk op aarde.

7e - Vanaf het binden van satan tot het eindoordeel op de Jongste Dag. ( HET KONINKRIJK )

Wanneer de volkeren geoordeeld zullen zijn en het aardse Koninkrijk gevestigd is, zal satan gebonden worden voor een periode van 1000 jaar.
Het kenmerk van deze periode is dus dat satan niet regeert over de oude schepping maar dat Christus dit doet.

"De reeksen van zeven"

Naast de reeks van zeven scheppings dagen en zeven bedelingen zijn er nog een aantal reeksen van zeven.
De vruchten uit het land dat God zou geven, zijn een beeld van de bedelingen Deut.8:8.

  1. Tarwe
  2. Gerst
  3. Wijnstokken
  4. Vijgeboom
  5. Granaatappel
  6. Olijfboom
  7. Honing

Wanneer deze vruchten in de bijbel nagezocht worden blijkt elke vrucht een type te zijn van elke bedeling.

Voor de zeven stamvaders na Adam geldt het zelfde principe, deze zijn ook een type van de bedelingen. Jud.vs.14.

  1. Adam
  2. Seth
  3. Sem
  4. Kenan
  5. Mahalalel
  6. Jeret
  7. Henoch

Deze principes gelden ook voor de getallen 1 t/m 7 zelf en omdat de getallen in het Hebreeuws ook de letters zijn ontstaat er de volgende lijst:

"De structuur van de zeven bedelingen"

Bij het bestuderen van de schrift blijkt dat:     

De 1e en de 7e bedeling van dezelfde aard zijn (individuen) en dat zij beide eindigen bij het oordeel voor de grote witte troon op de “jongste dag” Opb.20:11-15. Het verschil tussen deze beide bedelingen is dat in de 1e de aardse mens “gescheiden” van God leeft, en dat in de 7e de mens in “gemeenschap” met God leeft.

De 2e en 6e bedeling tonen een soortgelijke structuur maar dan in relatie tot de volkeren. De 2e bedeling eindigt dan ook tegelijk met de 6e. Dit oordeel over de levende volkeren zal geschieden voor de troon van onze Heere Jezus Christus in Jeruzalem. De op aarde levende mensheid zal dan onderworpen zijn aan Christus. Math.25:31-34, Ef.1:10.

Ook de 3e en 5e bedeling lopen in elkaar door. Christus is het ware Zaad van Abraham.

De 4e bedeling staat op zichzelf en is een demonstratie van God dat gèèn enkel aards mens zich aan de Wet Gods kon houden dan allèèn onze Heere Jezus Christus.

De bedelingen zijn dus in een symmetrische structuur (introversie) te plaatsen:

– Geweten ………………………………. Individuen / gescheiden van God.

   2 – Menselijk bestuur ………………. Volkeren / verstrooid.

      3 – Belofte ……………………… Abraham / zijn nageslacht uit de volkeren.

         4 – Wet …………………… èèn volk buiten de volkeren.

      5 – Genade …………………….. Christus / Zijn nageslacht uit de volkeren.

   6 – Volheid der tijden ……………… Volkeren / geoordeeld & vergaderd.

– Koninkrijk …………………………….. Individuen / gemeenschap met God.

Het begrip "bedeling"

God had voordat hij de wereld nederwierp (vanwege de zondeval van satan) al bepaald dat Zijn Zoon Jezus Christus de wereld met Hem zou verzoenen. Efez.2:15-16, Col.1:20.
De uitwerking van dit plan van God ligt opgesloten in de wereld die nu is
(vanaf Adam tot aan de Jongste dag).

Dit plan is onderverdeeld in 7 delen. Elk deel wordt ook wel “bedeling” genoemd.
Het woord “bedeling” is de vertaling van het Griekse woord “oikonomia” <3622> wat huishouding (economie) betekent.

In Luk.12 en Luk.16 wordt door de Here Jezus gesproken over het rentmeesterschap en hieruit blijkt het volgende:
In een bedeling zijn minstens twee partijen : als eerste de eigenaar en ten tweede de rentmeester (“oikonomos”) die door de eigenaar is aangesteld en de eigendommen van de eigenaar beheert.

Een bedeling of rentmeesterschap kan opgeheven worden, wanneer de eigenaar daar enige aanleiding toe vindt.

Wanneer een bedeling eindigt, betekent dit dat er een nieuwe bedeling ter vervanging van de oude kan worden ingericht.

Door de apostel Paulus wordt op de volgende plaatsen gesproken over deze principes : 1Kor.4:1-2, Tit.1:7, Gal.4:2-9, Col.1:25-27.
De volgende bedelingen worden met name genoemd in de bijbel:

— Bedeling van de volheid der tijden Efez.1:10
— Bedeling der genade Gods Efez.3:2.
— Bedeling der verborgenheid Efez.3:9.

(De bedeling der verborgenheid is de 5e bedeling, “De verborgenheid” loopt door tot aan het eind van de 6e bedeling.
In deze 6e bedeling zullen de verborgenheden geopenbaard worden). Opb.10:7, zie ook Opb.11:15.

God is de Eigenaar van het huis (de schepping) en de mens is als rentmeester over Gods eigendommen, aan Hem verantwoording schuldig.
Een bedeling van God hoeft niet voor alle mensen te gelden.
Zo werd de “bedeling van de Wet” gegeven aan het volk Israel toen zij uit Egypte verlost werden.

De individuele mens

1e - De bedeling van het geweten.

De eerste bedeling begint bij de zondeval van Adam en is gericht op het geweten van de individuele mens.
Een belangrijk kenmerk van deze bedeling is dat de mensheid nog niet verdeeld is in volkeren, maar dat elk individu slechts persoonlijk en rechtstreeks verantwoordelijkheid heeft tegenover God.
Het doel van Adam was dat hij de hof zou bouwen en dat hij heerschappij zou voeren over de schepping. Gen.1:26.
Door zijn zondige natuur was dit onmogelijk voor Adam.

Er is maar èèn persoon in de bijbel die heerschappij zal hebben over deze schepping. Deze is de Zoon van God die door Zijn komst in het vlees Zoon van Adam = Zoon des Mensen werd.
Niet de 1e maar de 2e Adam = Christus.

7e - De bedeling van het Koninkrijk.

De zevende bedeling begint nadat Christus al de volkeren heeft onderworpen.
Het Messiaanse Vrederijk wordt dan op aarde gevestigd.
De 2e ADAM = Christus zal dan regeren over deze schepping.
Het kenmerk van deze bedeling is het gebonden zijn van satan voor een periode van 1000 jaar Opb.20:6-7.
Het Koninkrijk van Christus is daar in tegen niet gebonden aan een tijdsperiode maar is eeuwig en zal voortduren in de nieuwe schepping.

De volkeren

2e - De bedeling van het menselijk bestuur.

De tweede bedeling begint na de zondvloed van Noach.
In deze bedeling wordt de mensheid geplaatst onder een menselijke overheid.
De mensheid wordt verdeeld in 70 volkeren met allen een eigen land en een eigen overheid. Gen.10:5,20,31.

Dit principe begint bij de bouw van de stad Babel.
Sindsdien heeft elk individu niet alleen verantwoordelijkheid t.o.v God maar ook t.o.v de menselijke overheid.
Deze overheid moet ook verantwoording afleggen tegenover God. Rom.13:1-7.

6e - De bedeling van de volheid der tijden.

De zesde bedeling begint nadat de Gemeente opgenomen is.
In deze bedeling zullen alle volkeren aan Christus onderworpen worden te beginnen bij het volk Israël.

Dit zal gebeuren door verdrukking en oordeel over Israël (de 70e week van Daniel de profeet) en daarna over de volkeren (de “33 jaar”).
Aan het einde van deze periode is “de verborgenheid” ook vervuld. Opb.10:7. zie ook Opb.11:15.
Aan het eind van de 33 jaar zal de stad Babel definitief verwoest worden. Jes.13:4-5. Jer.50:9,41-42.

De individuele gelovigen uit de volkeren

3e - De bedeling der belofte.

De derde bedeling begint bij èèn man die zich moest afzonderen van zijn volk.
Abraham moest gaan uit zijn land, zijns vaders huis.
God maakte met Abraham een verbond. Gen.15:18.
Dit verbond wordt door Paulus omschreven als “de belofte” omdat naast het geloof van Abraham er geen voorwaarden waren verbonden aan het verbond.

De belofte werd gegeven aan Abraham en zijn zaad. Gen.15:18, 22:17.
Het zaad van Abraham blijkt Christus te zijn. Gal.3:16.
Indien iemand gelooft in de dood en opstanding van Jezus Christus wordt hij gerekend tot Abrahams zaad. Gal.3:27-29.

5e - De bedeling der genade.

De vijfde bedeling begint bij de opstanding van Jezus Christus.
Paulus geeft aan dat deze bedeling het verlengstuk van de bedeling der belofte is. Gal.3:16, Efez.3:6.
Zoals de erfgenamen uit die bedeling deel kregen aan de beloften aan Abraham, zo krijgen de erfgenamen (gelovigen) uit deze bedeling deel aan de beloften aan het Zaad van Abraham, hetwelk is Christus.

Daarom vinden we in de vijfde bedeling dezelfde kenmerken als in de derde n.m.l.: Afgezonderd van de volkeren ontstaat er een groep mensen, die hier geen blijvende stad heeft.
Deze bedeling is gekomen i.p.v. de wet Rom.6 & 7 “Gij zijt niet onder de wet maar onder de genade”

Èèn volk uit de volken

4e - De bedeling van de wet.

De vierde bedeling begint bij de uittocht uit Egypte van het volk Israël.
Bij deze gelegenheid werd uit het nageslacht van Abraham een volk geboren, dat in tegenstelling tot de andere volkeren geplaatst werd onder de wet Gods.

Hierin waren alle factoren zoals geweten, menselijk bestuur, beloftes van aardse zegeningen en de wet Gods in èèn volk bijeen gebracht.

Deze bedeling eindigde bij de dood van de Heere Jezus.