Christus, de Rots

De bijbel spreekt op verschillende wijze over de Here Jezus Christus!

Johannes 5:39

39 Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen

De schriften waar de Here Jezus het over heeft, zijn de oudtestamentische geschriften. Wij weten dat er schriftplaatsen zijn die rechtstreeks spreken over de Heer maar er zijn er ook die minder bekend zijn, die worden verteld in typen en die zou ik nu eens willen belichten.

Een van die beelden (typen) is de rots, we kennen allen de gelijkenis van dat we ons huis zouden bouwen op de rots.

Mattheës 7:24

24 Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.

Nu gaat het niet over een letterlijk huis, maar dat we ons leven zouden bouwen op de Heer, die rots is dus een beeld van de Here Jezus Christus, en dat beeld vinden we ook al terug in het oude testament.

Jakob wist het ook, je moet het hoofd laten rusten op een steen (rots) en dan droomt hij:

Genesis 28:12-13

12 Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder opgericht, waarvan de top tot aan de hemel reikte, en zie, engelen Gods klommen daarlangs op en daalden daarlangs neder.
13 En zie, de Here stond bovenaan en zeide: Ik ben de Here, de God van uw vader Abraham en de God van Isaak; het land, waarop gij ligt, zal Ik aan u en aan uw nageslacht geven.

Nu zal je zeggen wat heeft dan nu met de Here Jezus Christus te maken, ja op het eerste gezicht niets als je tenminste verder niets weet, nu kom je dezelfde uitspraak ook tegen van de Here Jezus in het nieuwe testament in Joh.1:51.

Johannes 1:51

51 En Hij zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg ulieden, gij zult de hemel open zien en de engelen Gods opstijgen en nederdalen op de Zoon des mensen.

Nu weer terug naar Jakob, als hij ontwaakt uit zijn droom doet hij wat bijzonders hij zet de steen rechtop en zalft de steen met olie Gen 28:18.

Genesis 28:18-19

18 De volgende morgen vroeg nam Jakob de steen die hij onder zijn hoofd gelegd had, stelde die tot een opgerichte steen en goot er olie bovenop.
19 En hij noemde den naam dier plaats Beth-el;

En in vers 22 zegt hij: deze steen, die ik tot een opgericht teken gezet heb, zal een huis Gods wezen, met andere woorden in de steen woont God.
Wat een geweldig beeld van de Here Jezus Christus in welke de Godheid woont (Col 2:9), en hij is namelijk ook de gezalfde, dat is namelijk wat de titel Christus of Messias betekend, en die titel ontving Hij bij Zijn opstanding, net zoals Jakob de steen opricht (opstanding) en dan zalft met olie.
Zo zijn er vele uitspraken in het oude testament over de rots, neem nou bijvoorbeeld de geschiedenis van Israël in de woestijn als het volk mort tegen Mozes, dat ze geen water hebben, en Mozes van de HERE op de rots moet slaan, maar eigenlijk slaat hij de HERE want die staat namelijk op de rots:

Exodus 17:6

6 Zie, Ik zal aldaar voor uw aangezicht op de rotssteen in Horeb staan; en gij zult op den rotssteen slaan, zo zal er water uitgaan, dat het volk drinke. Mozes nu deed alzo voor de ogen der oudsten van Israël.

En dat is ook wat we weer terug vinden in het nieuwe testament in de Corinthe brief:

1 Corinthiërs 10:4

4 En allen hebben dezelfde geestelijken drank gedronken; want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die volgde; en de steenrots was Christus.

Maar ondanks dat de Heer geslagen (gekruisigd) werd, bracht Hij toch nieuw leven voort (levend water), Hij stond namelijk op uit de dood, en nu moeten we niet zoals Israel blijven morren en de steen verwerpen,

Romeinen 9:31-33

31 Maar Israël, die de wet der rechtvaardigheid zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid niet gekomen.
32 Waarom? Omdat zij die zochten niet uit het geloof, maar als uit de werken der wet, want zij hebben zich gestoten aan den steen des aanstoots;
33 Gelijk geschreven is: Ziet, Ik leg in Sion een steen des aanstoots, en een rots der ergernis; maar een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.

Maar laten wij ons vertrouwen stellen op de opgestane Heer, en zeggen met de psalmist:

Psalmen 18:2

2 De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek.

Psalmen 18:31

31 Want wie is God, behalve de HERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God?