Niemand verstandig
Is er iemand die verstandig is en God zoekt?
De bijbel zegt: Dat er niemand is die verstandig is, en er is niemand die God zoekt. Allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die goed doet, er is niet tot èèn toe.
De tekst die de apostel Paulus hier in de Romeinen brief aanhaalt, komt uit de Psalmen:
Psalmen 53:1-3
1 De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God; zij verderven het, en zij bedrijven gruwelijk onrecht; er is niemand, die goed doet.
2 God heeft uit den hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht.
3 Een ieder van hen is teruggekeerd, tezamen zijn zij stinkende geworden, er is niemand, die goed doet, ook niet een.
Als gelovige denk je al gauw dat we beter zijn dan de mensen die in de wereld leven, maar God gooit alles op een hoop en zegt: “er is niet èèn goed”. God had het van boven af gezien en kwam tot de conclusie dat er niemand is die goed doet, ook niet tot èèn toe, Hij kon niemand vinden, er is niemand rechtvaardig.
De apostel Paulus komt tot die uitspraak nadat hij eerst in hoofdstuk 1 en 2 uitgebreid heeft verteld dat heidenen en joden beide hebben gezondigd en tekort komen. Of ze een wet hebben of niet, voor God kunnen ze niet bestaan, en dan zegt de apostel in hoofdstuk 3:9 :Wat dan? zijn wij uitnemender?
Met andere woorden, zijn wij beter of horen wij daar niet bij? Hij zegt dan ook: Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet een; Er is niemand, die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Zo zijn ook wij van nature, maar God zocht ons!
En toch zijn wij voor God rechtvaardig, hoe is dat dan tot stand gekomen? Paulus schrijf in vers 21 en 22, Maar nu is de rechtvaardigheid van God geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten: Namelijk de rechtvaardigheid van God door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.
Die rechtvaardigheid is tot stand gekomen door het geloof van Jezus Christus, en die rechtvaardigheid komt ook tot ons die geloven, want door de wet te houden wordt je niet gerechtvaardigd voor God, het is door geloof allen. Zoals Paulus schrijft aan de Galaten:
Galaten 3:21-22
21 Is dan de wet tegen de beloftenissen Gods? Dat zij verre; want indien er een wet gegeven ware, die machtig was levend te maken, zo zou waarlijk de rechtvaardigheid uit de wet zijn.
22 Maar de Schrift heeft het alles onder de zonde besloten, opdat de belofte uit het geloof van Jezus Christus aan de gelovigen zou gegeven worden.
Wij moeten niet de zelfde fout maken die Israël maakte, zij hadden een grote ijver tot God, maar niet met verstand, zegt de Apostel Paulus in Rom. 10:2. Wij zouden niet onze eigen gerechtigheid oprichten, maar we zouden ons onderwerpen aan de gerechtigheid van God, namelijk de gerechtigheid die tot stand kwam door het geloof van Jezus Christus.
En niet zoals Israël deed, je onderwerpen aan de werken der wet, want die wet is beëindigd door de Here Jezus Christus.
Rom. 10:3
3 Want alzo zij (Israël) de rechtvaardigheid Gods niet kennen, en hun eigen gerechtigheid zoeken op te richten, zo zijn zij de rechtvaardigheid van God niet onderworpen. Want het einde van de wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft.
In wezen zijn we niet rechtvaardig, maar het wordt ons toegerekend, het is precies zo als bij Abraham:
Rom. 4:3-8
3 Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid.
4 Nu diegene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld.
5 Doch diegene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.
6 Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken;
7 Zeggende: Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn;
8 Zalig is de man, welken de Here de zonden niet toerekent.
Nu wij gerechtvaardigd zijn voor God en onze zonden ons niet toegerekend worden, kunnen wij Hem dienen. Vanuit de oude mens doen we dat niet, maar de nieuwe mens die we geworden zijn kan dat wel.
Want het is namelijk God die in ons een goed werk is begonnen en Hij zal dat ook voleindigen Fil.1:6. Wij zouden onze zaligheid bewerken, omdat het God is, die in ons werkt. Hij bewerkt het willen en het werken in ons, en dat doet Hij tot Zijn welbehagen, en Zijn eer.
God heeft ons ook bekwaam gemaakt om Hem te kunnen dienen:
2 Corinthiërs 3:5-6
5 Niet dat wij van ons zelf bekwaam zijn iets te denken, als uit ons zelf; maar onze bekwaamheid is uit God;
6 Die ons ook bekwaam gemaakt heeft, om te zijn dienaars van het Nieuwen Testament, niet der letter (wet), maar van de Geest; want de letter (wet) doodt, maar de Geest maakt levend.
En omdat God voor ons zorgt, zouden wij ons niet bezorgd maken over wat we eten en drinken of waarmee we ons kleden zouden, maar in plaats daarvan zouden wij zoeken het Koninkrijk Gods (dat nu in de hemel is) en Zijn gerechtigheid.
Die gerechtigheid is de rechtvaardigheid die tot stand gekomen is door het geloof van Jezus Christus.